Voorbereiding

Meng de bloem, bakpoeder, gember, knoflook, komijn, koriander en zout en peper in een mengkom. Voeg voorzichtig het water toe, onder voortdurend roeren, tot de bloem een ​​dikke pasta wordt. Dek de kom af met plasticfolie en zet hem een ​​nacht in de koelkast.
Verhit de olie in een diepe pan tot 190ºC. Roer het deeg met een grote metalen lepel om het leeg te laten lopen. Als de olie klaar is, neem dan een kleine lepel (ongeveer 30 g of 1 ½ eetlepel) van het deeg, maak een balletje en doe dit voorzichtig in de olie, maar pas op voor de hete olie. Bak 4-5 minuten of tot ze goudbruin en knapperig zijn aan de buitenkant.
Haal de gwaramari uit de olie met een schuimspaan. Rust op keukenpapier om overtollige olie af te tappen. Serveer warm met thee of chutney.

Ingrediënten

  • 250 g bloem
  • 1 tl bakpoeder
  • ¼ tl fijngeraspte verse gember
  • ¼ tl fijngeraspte knoflook
  • ¼ theelepel komijnpoeder
  • ¼ tl gemalen koriander
  • ½ theelepel zout en zwarte peper, naar smaak
  • 250 ml (1 kopje) water
  • 1 liter plantaardige olie (om te frituren)
  • thee of Nepalese chutneys, om te serveren